|
Leestijd
|
3 minuten |
|
Geplaatst op
|
28 oktober 2025 |
Wie oplet, ziet het overal: eten is altijd aanwezig. Aan de kassa in de bouwmarkt, in de wachtrij bij het tankstation, in sportkantines en zelfs in apotheken. De constante zichtbaarheid en beschikbaarheid van snacks, frisdrank en fastfood zorgen ervoor dat eten niet langer een reactie op honger is, maar op prikkels.
Deze overvloed is geen toeval. Achter elk schap en elke reclamespot zit een miljardenindustrie die onze automatische breinreacties feilloos kent.
Producten worden ontworpen om maximale beloning te geven door de perfecte combinatie van vet, suiker en zout en marketingstrategieën zijn erop gericht om precies die emotionele knoppen in te drukken die ons aanzetten tot kopen en eten.
Mensen hechten sterk aan het idee van autonomie: “ik bepaal zelf wat ik eet.” Toch blijkt uit gedragswetenschappelijk onderzoek dat een groot deel van onze eetbeslissingen onbewust en situationeel gestuurd is.
Kleurgebruik, geuren, verpakking, sociale context en vermoeidheid spelen allemaal een rol.
Voor cliënten die hun eetgedrag proberen te veranderen, is dit vaak confronterend. Ze voelen zich schuldig of mislukt wanneer ze “weer toegeven” aan verleiding, zonder te beseffen dat hun gedrag grotendeels wordt beïnvloed door onbewuste processen.
👉 Therapeutisch perspectief:
Als begeleider kun je cliënten helpen de stap te maken van zelfveroordeling naar zelfinzicht. Wanneer mensen begrijpen dat hun eetgedrag niet alleen een kwestie van karakter is, maar ook van context en biologie, ontstaat ruimte voor mildheid en realistische verandering.
De term “eetdrammen” verwijst naar de subtiele, maar constante druk om te eten. Die druk komt niet alleen van reclames of winkels, maar ook van onze sociale omgeving: traktaties op het werk, “gezellige” borrels, verjaardagen en familiegewoonten.
Kinderen groeien op in een wereld waarin snoep en snacks vanzelfsprekend zijn. En volwassenen die proberen bewust te eten, merken dat ze tegen de stroom in zwemmen. Dat maakt het risico op schuldgevoel, perfectionisme of terugval groot.
👉 Therapeutisch perspectief:
Door eetdrammen te zien als een systeemprobleem in plaats van een individueel falen, kun je cliënten helpen hun strijd in een breder kader te plaatsen. Dat vergroot hun veerkracht en vermindert het gevoel van machteloosheid.
Veel cliënten weten prima wat gezond is, maar vinden het lastig om dat in de praktijk toe te passen. Dat gat tussen kennis en gedrag is een bekend fenomeen in gedragspsychologie.
Belangrijke oorzaken zijn:
👉 Therapeutische interventies:
Zelfbewustzijn is een sleutelcomponent in gedragsverandering. Wanneer cliënten leren herkennen wanneer, waarom en hoe ze eten, ontstaat er keuzevrijheid.
👉 Reflectieve vragen die je kunt inzetten:
Het doel is niet om eetgedrag te controleren, maar om meer autonomie en innerlijke helderheid te ontwikkelen.
Als therapeut of coach loop je op een dunne lijn: enerzijds bied je empathie en begrip, anderzijds stimuleer je bewustwording en verantwoordelijkheid. Cliënten kunnen baat hebben bij het besef dat het niet hun “schuld” is dat ze verleid worden maar wél hun keuze hoe ze daarmee omgaan.
👉 Mogelijke werkvormen:
De ‘Stop eetdrammen’ campagne benadrukt dat gedragsverandering niet alleen een individuele opdracht is, maar ook een maatschappelijk proces.
Als professionals kunnen we bijdragen door bewustwording te vergroten in onze sessies, binnen gezinnen, en in onze eigen omgeving.
👉 Voorbeelden van systemische interventies:
De overvloed aan voedselverleidingen verdwijnt niet snel. Maar bewustwording, zelfcompassie en reflectie zijn krachtige tegenkrachten.
Als therapeut kun je cliënten helpen hun relatie met eten te verdiepen:
niet door te focussen op verbod of perfectie, maar op begrip, regie en keuzevrijheid.
De campagne ‘Stop eetdrammen’ herinnert ons eraan dat gezonde keuzes niet alleen beginnen op het bord, maar in het bewustzijn van de mens die voor dat bord zit en in de samenleving die bepaalt wat daarop terechtkomt.